• Geomilieu
    • Geluidwering gevels
    • NoiseAtWork
    • Producten
    • 7D Platform
    • Gebouwprestatie
    • Leidingen
    • Uniec 3
    • EVAC
    • MPGCalc
    • Bouwtrend
    • ENORM
  • Over ons
Categorie: Algemeen
Deze pagina geeft een overzicht van de modelleringsverschillen en gewijzigde berekeningen tussen Geonoise V5.4 en Geomilieu V1.1.
Algemeen
• Grids, contourpunten en rekenhoogte
In Geomilieu is het niet meer mogelijk om per grid een andere rekenhoogte te kiezen. Dit is het gevolg van een andere wijze van genereren van contouren. Contouren worden bepaald met behulp van gridpunten van de ingevoerde grids en met het nieuwe itemsoort contourpunten.
Om verschillende rekenhoogten te voorkomen, wordt de rekenhoogte van grids en contourpunten vastgelegd bij de rekenparameters. Deze rekenhoogte is altijd relatief ten opzichte van het bodemmodel. Indien er geen bodemmodel aanwezig is (geen hoogtepunten of -lijnen) wordt de voorkeursmaaiveldhoogte gebruikt, die ook bij de rekenparameters wordt ingevoerd.

• Periode-instelling
Indien een nieuw model wordt aangemaakt, wordt de periodedefinitie ingesteld conform de Lden definitie, behalve bij een Industrielawaai model. Daar wordt de Letmaal definitie voorgevuld.

• Resultatenopslag
Ten behoeve van projectomvang en -performance is de voorkeur voor de resultatenopslag aangepast. Deze staat nu voor toetspunten en grids op Totaalresultaten. Indien groepsresultaten of resultaten met groepsreducties gewenst zijn, dient deze instelling voor het rekenen aangepast te worden.

Koppelingen – Wegverkeer-, Railverkeer en Industrielawaai
In Geomilieu worden items niet meer handmatig aan elkaar gekoppeld, maar de software bepaalt aan welke item iets is gekoppeld. Dus bij berekening van het invallend geluidsniveau voor een toetspunt, gaat Geomilieu op zoek naar het dichtstbijzijnde gebouw.

Algemeen
• Voor het zoeken naar items wordt een maximale zoekafstand van 5 meter gebruikt.
• Foutieve of ontbrekende koppelingen zullen nooit leiden tot het niet doorrekenen van een model (met name van belang voor Batch-berekeningen). In zo’n geval zal de berekening worden uitgevoerd alsof er geen koppeling is.
• In geval dat meerdere items aan het criteria van koppeling voldoen, geldt de hoogste van deze items. Blijft er dan nog meer dan één item over, dan geldt de eerst ingevoerde (laagste interne nummer).
• Items binnen gebouwen:
• Rekenpunten binnen een gebouw worden nooit berekend.
• Bronnen binnen een gebouw worden wel berekend, zijden van het gebouw werken dan als scherm.

Toetspunten
Een toetspunt kent tot maximaal zes punthoogten. Een eventuele koppeling van het toetspunt is voor alle punthoogten gelijk, dus hetzelfde gebouw. Ook indien de hoogste hoogte boven dit gebouw uitsteekt.
Het gekoppelde gebouw is de dichtstbijzijnde zijde van een gebouw waarvan de top minimaal de hoogte heeft van de laagste punthoogte.

Koppelingen – Industrielawaai
Puntbronnen
• Geen reflectie / DI-berekening
Voor normale puntbronnen en afstralende gevels is het gekoppelde gebouw de dichtstbijzijnde zijde van een gebouw waarvan de top minimaal de hoogte heeft van de puntbron.
Voor een afstralend dak is het gekoppelde gebouw het hoogste gebouw waar de bron in 2D gezien binnen ligt.

• Geen demping voor gebouw
Er wordt geen afscherming van een gebouw in rekening gebracht indien de puntbron zich binnen (3D) dit gebouw bevindt. Een bron kan binnen meerdere gebouwen liggen. Voor geen van deze gebouwen wordt afscherming in rekening gebracht.
Reflecties aan de buitenzijde van deze gebouwen zijn wel mogelijk!

• Geen demping voor procesinstallatiegebied
Er wordt geen demping van een procesinstallatiegebied in rekening gebracht indien de puntbron zich binnen (3D) dit gebied bevindt. Een bron kan binnen meerdere gebieden liggen. Voor geen van deze gebieden wordt dan demping in rekening gebracht.

Lijnbronnen
• Geen reflectie
Het gekoppelde gebouw is de dichtstbijzijnde zijde van een gebouw waarvan de top minimaal de hoogte heeft van de dichtstbijzijnde puntbron van de lijnbron.
Dus, voor iedere puntbron van de lijnbron wordt op gelijke wijze als bij een normale puntbron het koppelgebouw gezocht. Worden meerdere gebouwen gevonden dan geldt het gebouw met de kortste afstand tot een puntbron.

• Geen demping voor gebouw
Voor een puntbron van de lijnbron wordt geen afscherming van een gebouw in rekening gebracht indien de puntbron zich binnen (3D) dit gebouw bevindt. Een puntbron kan binnen meerdere gebouwen liggen. Voor geen van deze gebouwen wordt afscherming in rekening gebracht. Deze test wordt voor iedere puntbron van de lijnbron apart uitgevoerd!
Reflecties aan de buitenzijde van deze gebouwen zijn wel mogelijk!

• Geen demping voor procesinstallatiegebied
Voor een puntbron van de lijnbron wordt geen demping van een procesinstallatiegebied in rekening gebracht indien de puntbron zich binnen (3D) dit gebied bevindt. Een puntbron kan binnen meerdere gebieden liggen. Voor geen van deze gebieden wordt een demping in rekening gebracht. Deze test wordt voor iedere puntbron van de lijnbron apart uitgevoerd!

Gebouwen
Om een aangepaste linker- en rechteromweg te berekenen biedt Geonoise de mogelijkheid om handmatig gebouwen te koppelen. In Geomilieu wordt dit door de software verzorgd. Een gebouw in Geomilieu is aan een ander gebouw gekoppeld, indien deze gebouwen geheel of gedeeltelijk overlappen. Hierbij gelden de volgende voorwaarden:
• Deze overlapping moet een oppervlak hebben.
• Gebouwen zonder oppervlak zijn niet toegestaan.
• Gebouwen met de zijden exact op elkaar zijn niet gekoppeld.
• Deze gebouwen dienen een gelijke profielcorrectie te hebben.

Overlappende (gekopppelde) gebouwen worden per hoogte geclusterd.
• Clusters worden gebruikt voor schermwerking.
• Originele gebouwen worden gebruikt voor reflecties.
Clusteren geldt alleen voor gebouwen, niet voor schermen!

Bij de rekenparameters kan deze clustering aan of uit worden gezet: ‘Koppel overlappende gebouwen’.

Industrielawaai – afstralende gevel
Voor het type afstralende gevel hebben wij gekozen voor een vaste DI van +3dB waarbij de gevel zelf niet reflecteert maar wel afschermt. Als de gebruiker een afwijkende DI wil toepassen in een bepaalde richting, kan dat altijd door een richtingshoek en openingshoek op te geven met het aangepaste Lwr.

In Geonoise en IL-DOS hadden we een mogelijkheid voor het bepalen van de DI voor gevels conform C7/II7. De DI berekening voor gevels conform C7/II7 is echter zeer onduidelijk en niet toepasbaar voor niet rechthoekige gebouwen. Reeds vanaf de eerste versies van onze DOS software begin 80-er jaren, hebben wij bij de cursussen onze voorkeursmethode kenbaar gemaakt. Verhoog het bronvermogen met 3 dB en koppel de puntbron aan het gebouw zodat geen reflectie wordt berekend, maar wel afscherming. Uit methode C7/II7 blijkt al dat de DI in feite een berekening van de schermwerking is.

Berekening meteocorrectieterm voor een HMRI dakbron
Het is gebleken dat er een fout zit in Geonoise bij de berekening van de Cm bij een HMRI dakbron. Dit probleem zit niet meer in Geomilieu.

Het probleem treedt alleen op indien er één of meerdere reflectiebijdragen zijn van de HMRI dakbron. In dat geval wordt de Cm verkeerd berekend. Afhankelijk van de weglengte over het dak wordt de maaiveldhoogte van de bron op het dak gelegd of aan de voet van het gebouw.
Hierdoor is het mogelijk dat in sommige reflecties met een andere Cm wordt gerekend dan welke wordt opgeslagen.

Het is niet toegestaan om inhoud van deze website te kopiëren